De Alocasia

De Alocasiakomt oorspronkelijk uit de tropen van Azië, voornamelijk India. Alocasia soorten behoren tot de familie Araceae. Deze kamerplanten worden ook wel Taro, Reuzentaro of Olifantsoor genoemd. Deze laatste naam is gemakkelijk af te leiden aan de enorme bladeren. In de tropische regenwouden worden de bladeren van de Alocasia gebruikt om onder te schuilen. De bladeren kunnen een doorsnede van honderdvijftig centimeter krijgen en bieden hierdoor veel beschutting. 




Alocasia's groeien het best als de grond constant licht vochtig is. Controleer daarom regelmatig met een vinger in de grond of deze nog vochtig is. In de winter verbruikt deze kamerplant minder water, maar laat de Alocasia niet helemaal uitdrogen. Bij voorkeur niet te grote hoeveelheden water per keer geven, anders komen de wortels in een laagje water te staan en dat kan wortelrot veroorzaken. De hoeveelheid water is afhankelijk van verschillende factoren zoals luchtvochtigheid en hoeveelheid licht, daarom is het verstandig om te beginnen met kleine hoeveelheden water per gietbeurt. De Alocasia elke twee á drie jaar verpotten, bij voorkeur in de lente. Uiteraard mag je de Alocasia ook verpotten zodra deze te groot is geworden voor zijn huidige pot. Het verpotten zorgt voor nieuwe voedingsstoffen, luchtigere grond en meer ruimte voor wortelgroei. 




Alocasia's zijn gevoelig voor bladverkleuring. Te veel of te weinig water kan resulteren in bruingele bladranden en bladpunten. Ook kan de plant slap gaan hangen en kunnen er bladeren afbreken en kneuzen. Alocasia's zijn te kweken door middel van zaad of door wortelstokken met blad van de moederplant af te snijden. Houdt hierbij de grond licht vochtig en plaats het stekje niet in de volle zon. Een tip hierbij is het stekje te plaatsen in een plastic zak, op deze manier wordt de luchtvochtigheid verhoogd en dit bevordert het groeiproces.

Reacties

Populaire posts